Diesel Partikel Filter
DPF staat voor diesel partikel filter ook wel roetfilter genoemd. Deze filters worden gebruikt om het aantal gevaarlijke stofdeeltjes dat ontsnapt uit de uitlaatsystemen van dieselvoertuigen te minimaliseren. Het doel is om de omringende lucht schoner en gezonder te maken, zowel binnen als buiten.
Er zijn drie types DPF:
- Open: maximum rendement van max 30%
- Halfopen: maximum rendement van max 50%
- Gesloten: minimum rendement van min 90%
Open en halfopen roetfilter
Open en halfopen roetfilters zijn niet geschikt om Arbo technische problemen met uitlaatgassen op te lossen. Het afvangrendement van respectievelijk 30% tot 50% is gewoon veel te laag. Roet is een mutagene stof en net als bij asbest moet men trachten de blootstelling zo sterk mogelijk te minimaliseren en dit kan enkel met gesloten roetfilters. Open en halfopen filters worden normaal gebruikt op oudere diesels om milieu technische problemen aan te pakken. Denken we maar aan de problematiek van de lage emissiezones (LEZ), waar oudere voertuigen voorzien worden van een retrofit roetfilter.
Gesloten roetfilters
Bij een gesloten roetfilter moeten de uitlaatgassen door het filtermateriaal om hun weg naar buiten te vinden (Wall Flow Filters). Afhankelijk van het gebruikte filtermateriaal worden de filterelementen periodiek vervangen of wordt het filterelement tijdens zijn bedrijfscyclus schoongebrand (regeneratie). Je hebt zowel draagbare opsteekfilters (bv EHC P15 en L20) als permanente roetfilters (bv EHC HT en PF).
Draagbare opsteekfilters worden vooral ingezet om auto’s, bestelwagens, vachtwagens, bussen, mobiele werktuigen inpandig te kunnen starten en verplaatsen. Bijvoorbeeld bij het in- en uitrijden van werkplaatsen, spuitcabines, toonzalen, magazijnen, fabriekshallen, schepen enz.
Permanente roetfilters worden gebruikt om met mobiele werktuigen, generatoren, heftrucks, graafmachines, wielladers, enz in een omsloten ruimte te kunnen werken.
EHC Teknik produceert gesloten uitlaatgasfilters voor diverse toepassingen en wij beantwoorden graag al uw vragen over onze producten. Contacteer ons
Hoe werken keramische roetfilters?
Een keramische roetfilter (DPF) vangt roetdeeltjes op om te voorkomen dat ze het uitlaatsysteem verlaten. Zoals elk filter, moeten ze regelmatig worden geleegd om de prestaties te behouden. Bij een keramische roetfilter wordt dit proces ‘regeneratie’ genoemd. Bij dit proces wordt het verzamelde roet bij hoge temperatuur afgebrand om alleen as achter te laten.
Passieve of actieve regeneratie
Passieve regeneratie
Passieve regeneratie vindt automatisch plaats tijdens het rijden als de uitlaatgastemperatuur hoog genoeg is. Omdat in veel gevallen het roetfilter niet de geschikte temperatuur bereikt om te regenereren, hebben fabrikanten ‘actieve’ regeneratie oplossingen ontworpen.
Actieve regeneratie
Om te beginnen moeten we onderscheid maken tussen actieve regeneratie bij een OEM (Original Equipment Manufacturer) en retrofit roetfilter.
Wanneer bij een af fabriek (OEM) gemonteerd roetfilter de tegendruk te hoog begint op te lopen, zal de ECU van het voertuig aan de van een brandstofinjectie de naverbranding opstarten, hierdoor wordt de uitlaatgastemperatuur kunstmatig verhoogt en de regeneratie geactiveerd. Als de motor wordt uitgeschakeld terwijl de regeneratie bezig is, is het mogelijk dat het regeneratieproces niet werd voltooid.
Retrofit roetfilters
Bij roetfilters die niet af fabriek zijn gemonteerd, heeft de ECU van het voertuig of de machine geen controle over het roetfilter. Fabrikanten van retrofit roetfilters moesten daardoor op zoek naar andere oplossingen om hun keramische roetfilters te kunstmatig te regenereren indien de gemiddelde uitlaatgastemperatuur niet hoog genoeg is. Hiervoor zijn er verschillende oplossingen :
- met elektrische gloeielementen
- met dieselbrander
- met dieselinjectie
- etc.
Wat kan een normale regeneratie belemmeren?
- Frequente korte ritten waarbij de motor de normale bedrijfstemperatuur niet bereikt
- Verkeerd olietype – motoren die zijn uitgerust met een dieselpartikelfilter hebben motoroliën met een laag asgehalte (Low SAP) en een laag zwavelgehalte (Low SAP) nodig.
- Een probleem met het inlaat-, brandstof- of uitlaatgasrecirculatiesysteem (EGR) dat onvolledige verbranding veroorzaakt, zal de roetbelasting verhogen.
- Een brandend waarschuwingslampje of diagnostische storingscode vastgelegd in het motormanagementsysteem kan actieve regeneratie of katalysatorregeneratie voorkomen.
- Een laag brandstofniveau voorkomt dat actieve regeneratie plaatsvindt. Over het algemeen is ¼ tank vereist.
- Olieteller/service-interval – overschrijding van het service-interval kan regeneratie verhinderen
- Additieftank leeg
Indien u graag meer informatie wenst over de EHC actieve regeneratie systemen, neem dan vrijblijvend met on contact op.